Tabee Benedictus – Een klein intellectueel uitgeleide

Van aanspreektitel tot kleur van zijn schoenen. Geen detail van de aftredende paus Benedictus XVI bleef onbesproken de laatste weken. Maar wat was nu de inhoud van zijn denken? Een klein intellectueel uitgeleide van een paus die – hoe paradoxaal – pleitte voor godsdienstkritiek, terwijl het geseculariseerde Westen hem dat verweet.

Emeritus-paus Benedictus XVI“Relativisme is het centrale probleem van het geloof in onze tijd geworden”, constateert paus Benedictus XVI – toen nog kardinaal Ratzinger – in 1996 in een voordracht over geloof en theologie. Relativisme is het kernwoord in zijn cultuurkritiek. De gedachte dat er geen mensoverstijgende waarden zouden zijn, wil er bij Benedictus niet in. Toch is dat de gedachte die hij alom waarneemt in de moderne westerse samenleving. Alles van waarde lijkt daar een kwestie van smaak, van persoonlijke voorkeur. De orde in de samenleving berust uiteindelijk op niet meer dan een min of meer toevallige consensus. Maar niet alleen waarden, ook de betekenis der dingen staat in het Westen op losse schroeven. Alles lijkt tevens een kwestie van perspectief te zijn geworden. De één kijkt zus, de ander zo. Alles is interpretatie. Wat achter die interpretatie schuilgaat, daarover kan men maar beter zwijgen.

“…de enige waarheid is: leren zich te bevrijden van de ziekelijke hartstocht voor de waarheid”, zegt Umberto Ecco in de roman De naam van de Roos. Benedictus daarover: “De wezenlijke grondslag voor deze niet mis te verstane diskwalificatie van de waarheid bestaat in wat men tegenwoordig de ‘linguïstische revolutie’ noemt: achter de taal en haar beelden kunnen we niet komen, het verstand is beperkt door en gebonden aan taal.”

Verlangen naar oneindigheid
En zo doemt er langzaam een gestalte op die als het zwarte schaap in het denken van de paus fungeert. Geen atheïst als Marx, Nietzsche, Freud of Feuerbach. Dé grote denker waarmee Benedictus moeite heeft, is de verlichtingsfilosoof Immanuel Kant (1724-1804).

Kant is inderdaad dominant aanwezig in de denkwereld van vandaag. Zijn denken is doorgesijpeld tot diep in de poriën van het westers bewustzijn. Ten eerste: echte kennis is (natuur)wetenschappelijke kennis. Al het andere is persoonlijke mening, overtuiging, waardeoordeel, geloof of bijgeloof. Ten tweede: alle kennis is gerelateerd aan het menselijk kenvermogen. Kennis is altijd een samenspel van ‘ruwe data’ en menselijke ordening, ‘een beetje van Maggi en een beetje van jezelf’. De ruwe data zelf, de dingen an sich blijven onbereikbaar. Ten derde betekent de filosofie van Kant het einde van de klassieke metafysica. God en het wezen van mens en wereld vallen buiten het kendomein.

Al deze punten vormen voor Benedictus de pijnpunten waarop hij het westers denken ziet ontsporen. Geloof en ethiek is in het Westen buiten het domein van de rationaliteit komen te liggen, terwijl binnen de wetenschap geen plaats meer is voor vragen naar zin. Geloof en ethiek zijn subjectieve overtuigingen geworden waar uiteindelijk eenieder maar het zijne van moet denken. Terwijl de dingen in hun objectiviteit van iedere waarde zijn ontdaan.

“Het geloof kan niet vrij worden als de rede zelf zich niet opnieuw openstelt. Als de deur tot de metafysische kennis gesloten blijft, als de door Kant vastgelegde grenzen van het menselijke kenvermogen gesloten blijven, dan moet het geloof verkommeren door zuurstofgebrek”, schrijft Benedictus. En hij vervolgt: “Want de mens heeft meer dimensies dan Kant en de verschillende postkantiaanse filosofieën waarnemen en hem willen toekennen. Kant zelf heeft het met zijn postulaten [de vrije wil, het bestaan van God en de onsterfelijkheid van de ziel, die men als implicaties van de moraal moet veronderstellen – ThvdK] in zekere zin ook moeten toegeven. In de mens leeft onblusbaar het verlangen naar het oneindige.”

De verbrede rede
Het interessante is dat hier niet een met de vinger zwaaiende paus naar voren treedt, die het morele verderf aanklaagt, oproept tot vroomheid en bijbelgetrouwheid, tot gebed en eerbied voor het kerkelijk gezag. Dat alles doet hij ook, maar fundamenteel is zijn analyse een andere en daarmee ook zijn remedie, namelijk: “De actieradius van de rede moet weer worden uitgebreid. Wij moeten uit onze zelfgebouwde gevangenis breken en andere vormen van evidentie erkennen, waarin de hele mens meespeelt. Wat we nodig hebben is (…) een wachtende bereidheid, die openstaat en verder kijkt dan zichzelf.” De paus roept op om een breder kennisdomein te erkennen. De werkelijkheid zelf heeft ons iets te vertellen; zij zegt ons wat het leven is en wat het waard is. “De mens is niet gevangen in het spiegelkabinet van interpretaties; hij kan en moet de doorbraak tot het werkelijke zoeken, dat achter de woorden staat en door hen heen schijnt.”

In het westers wereldbeeld is het verstand geamputeerd, zegt Benedictus: “Als de mens niet meer met zijn verstand kan vragen naar de wezenlijke dingen van het leven, naar herkomst en bestemming, naar wat hij moet en mag, naar leven en sterven, maar deze beslissende kwesties moet overlaten aan een van het verstand afgesneden gevoel, dan onteert hij het verstand, in plaats van het te verheffen. De desintegratie van de mens die daarmee is ingezet, veroorzaakt de pathologie van de religie evenzeer als die van de wetenschap.”

De scheiding geloof en rede
Daarmee raken we aan de kern van Benedictus’ analyse: de desintegratie van geloof en rede.

Die ongelukkige scheiding was ook het thema van de Regensburgse rede waarover in 2006 zoveel ophef ontstond, omdat de paus de islam zou hebben geschoffeerd. Toch was die rede heel illustratief voor het belangrijke punt dat Benedictus wil maken. Wanneer geloof en rede buiten elkaar worden gelegd, kan een cultuur twee kanten op. Het Westen heeft uiteindelijk de rede op de troon geheven. Dat maakte de ontwikkeling van de wetenschap mogelijk met alle zegeningen van dien. Maar het stortte de westerling ook in een crisis, zijn wereldbeeld werd vernauwd en het menselijk zelfverstaan werd gereduceerd.

De islam, zo suggereerde Benedictus, zou in de andere valkuil van de heilloze splitsing van geloof en rede zijn gevallen. De islam heeft alle kaarten op het geloof gezet met niet minder desastreuze gevolgen. Als het heilige buiten het domein van de rede valt, ontstaat een opening naar geweld. Als ik maar geloof dat ik handel volgens Gods wil dan is mijn handelen gerechtvaardigd, hoe inhumaan dat naar redelijke menselijke maatstaf ook mag zijn.

Commotie als deel van het probleem
Interessant aan de commotie die ontstond naar aanleiding van de Regensburgse rede was dat Benedictus iets deed wat in het modern westerse denken eigenlijk niet meer kan en mag: nadenken over essenties, in dit geval de essentie van de islam. De islamitische wereld voelde zich beledigd, door de verwijzing naar een middeleeuws citaat waarin de islam werd neergezet als de religie van het zwaard. Ook was de voorstelling van zaken wellicht al te schematisch. Maar de grondvraag of een religie extra gevoelig kan raken voor geweld behoort volgens Benedictus allerminst in de taboesfeer thuis. Die vraag is inderdaad hoogst actueel, want religies kunnen wel degelijk falen: “Er bestaan wel degelijk gedegenereerde en zieke vormen van religie, die mensen niet opbouwen, maar vervreemden; de marxistische godsdienstkritiek was niet volledig uit de lucht gegrepen”, zegt Benedictus. En hij stelt: “Pathologie van de religie is de gevaarlijkste uitwas van de menselijke geest.” De paus heeft daarmee zeker niet alleen de islam op het oog. De pathologie kan binnen elke religie plaatsgrijpen, zeker ook binnen de christelijke, aldus Benedictus.

Hier doet zich de paradoxale situatie voor dat de leider van de grootste geloofsgemeenschap ter wereld een pleidooi houdt voor godsdienstkritiek, terwijl het geseculariseerde Westen over hem heen valt en hem dit op hoge toon verwijt. Het frappante en tragische is dat de uiteindelijk reden waarom het Westen niet van Benedictus’ kritiek wil horen, nu precies de inhoud is van die kritiek. ‘Dé islam, dé religie bestaat niet’, luidt het postmoderne dogma. Maar die opvatting getuigt van de fragmentarisering waartegen Benedictus zich verzet. In het postmoderne denken houd je uiteindelijke evenveel geloven over als er gelovigen zijn en kan eenieder zich een God in het diepst van zijn gedachten wanen. Niemand hoeft zich meer tegenover iemand te verantwoorden. Het einde van de religiekritiek.

Tegenstelling
In een godsdiensthistorische beschouwing schetst Benedictus een ontwikkeling van de religie, waarbij het monotheïsme als hoogste vorm uit de bus komt, met daarbij – het zal niet verbazen – het christendom als de uiteindelijke kampioen. Vervolgens creëert hij een wat gekunstelde tegenstelling tussen twee vormen van religieuze oriëntatie. De ene is een ervaringsgerichte mystieke religiositeit. Die bekritiseert hij als te zeer naar binnen gekeerd en te veel op vereniging met het goddelijke gericht. De andere is een op openbaring gerichte religiositeit die meer afstand tussen God en mens, het heilige en profane bewaart. Die laatste vorm heeft duidelijk Benedictus’ voorkeur, omdat daar God het initiatief behoudt en de mens zich onder een profetische kritiek stelt.

Mij lijkt die tegenstelling problematisch omdat ook de profetische tegenspraak – het initiatief van God – uiteindelijke door beperkte personen verwoord zal moeten worden, terwijl aan de mystieke ervaring de aanzegging vanuit den hoge zeker niet hoeft te ontbreken. Niemand kan buiten het perspectief van het menselijke treden. Ook profeten en kerkleiders niet. Dat is het gelijk van de filosofie van Kant. Maar dat binnen dat perspectief een waarheid gezocht en gevonden kan worden die de mens normeert, is een terechte overtuiging die Benedictus niet moe wordt te herhalen.

Bron: alle citaten zijn afkomstig uit: Joseph Ratzinger/Benedictus XVI, Geloof, waarheid en tolerantie. Het christendom en de wereldgodsdiensten, Lannoo, 2008.

Gepubliceerd op: nieuwewij.nl, 28 februari 2013.

Verwant onderwerp: Paus laat keizer buikspreken (analyse van de Regenburgse rede)

 

 

1 reactie op “Tabee Benedictus – Een klein intellectueel uitgeleide

  1. Pingback: Tabee Benedictus | Theo van de Kerkhof

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>