Er gaan in de Nederlandse politiek steeds vaker stemmen op om religie uit de publieke ruimte te bannen en terug te dringen tot de privé-sfeer. Voorzover daarmee uitdrukking wordt gegeven aan het ideaal van een neutrale overheid valt daar niet zoveel op aan te merken, zij het dat de oproep overbodig is: het is staand beleid. Zoals Vrouwe Justitia geblinddoekt rechtspreekt, zo heeft vadertje staat al zijn kinderen even lief of zij nu r.-k. of PKN zijn, moslim of atheïst. Maar: de scheiding van kerk en staat betekent geenszins dat religie maatschappelijk of politiek onzichtbaar moet zijn. Ze is dat ook nooit geweest. Van omroep tot kerkgebouw, van begrafenisstoet tot trouwpartij, godsdiensten waren nadrukkelijk en zichtbaar aanwezig in de Nederlandse samenleving. Dat waren ze tot in de tweede helft van de vorige eeuw religie langzaamaan een non-issue werd. Er groeide een generatie op met het idee dat religie ‘uit’ was, iets ouderwets voor suffe types of ouden van dagen.
De laatste jaren tekent zich echter op minstens twee manieren een kentering af. Religie moet voorzien in het verlangen naar zin en diepere dingen des levens. Maar vooral treedt ze naar voren in het wereldnieuws als bron van geweld en conflict. Plots breekt het besef door dat religie helemaal geen langzame dood aan het sterven is en zeker niet alleen een zaak is van ‘zachte krachten’. Religie blijkt een hard fenomeen, alles behalve onschuldig, het raakt aan de diepste verlangens van mensen en bezit als zodanig een scheppende én vernietigende kracht. Religie is ‘hot stuff’ zogezegd, waartegenover een kritische houding alleszins gepast is. De wat bange vraag of Nederland met gastarbeider en asielzoeker niet tegelijkertijd het paard van Troje heeft binnengehaald, is niet alleen een uiting van bekrompenheid.
De kwestie is: hoe op deze ‘hete materie’ te reageren? Terugdringen tot achter de voordeur, zoals de LPF voorstelt? Wie de vinger aan de pols wil houden, doet er verstandig aan religie niet te verbannen naar ondergrondse krochten. In alle openheid omgaan met verschillende visies is juist de kern van de democratie. En bovendien: hoe men de scheiding van kerk en staat ook nader wenst te bepalen, het zal toch minstens inhouden dat gelovigen zelf beslissen over wat geloven voorstelt. En over één ding zijn allen het eens: geloof raakt heel de mens, innerlijk en uiterlijk, persoonlijk en maatschappelijk. Wie meent dat religie thuis hoort in de privé-sfeer, weet niet wat religie is.
Uit: Volzin, 27 februari 2004
Stel dat wij elke religie achter de voordeur plaatsen, wie zal het individu inspireren-, bemoedigen-, en troosten? Wie geeft hoopvol en toekomstbestendig perspectief als de therapeuten en maatschappelijke hulpverleners niet meer te betalen zijn?
Bemoedigende wetenschap in crisistijd: ‘De economische tegenslag gaat gepaard met een sterk verlangen naar optimisme. In 2010 bleek uit onderzoek dat maar liefst 93% wil dat de sfeer in de samenleving positiever wordt’…
Als wij geloofwaardige- en effectieve stappen hiertoe nog altijd van politici, banken en/of ministeries verwachten zijn wij zelfs naïever dan die gemiddelde gelovige…
Gezond geloof geeft levensenergie en enthousiasme, brengt mensen samen in een goede sfeer van vertrouwen en kan overbodige medicijnen overbodig maken.