Geen mythe maar geschiedenis
Holocaustontkenners hullen zich graag in het gewaad van de wetenschap om zo aan hun antisemitisch vertoog nog enig aanzien te geven. Het antisemitische karakter van dat vertoog is precies de reden dat holocaustontkenning in veel landen, waaronder Nederland, verboden is. Lefebvre-bisschop Williamson is om die reden Argentinië uitgezet en onlangs werd in Duitsland de neo-nazi en voormalige RAF-activist Horst Mahler tot zes jaar cel veroordeeld. Discriminatie moet worden aangepakt, maar geldt dat ook voor het niet willen erkennen van historische feiten als zodanig? Een land als Amerika kiest daar niet voor. Amerikanen slaan het recht op vrijheid van meningsuiting hoger aan dan het recht op vrijwaring van discriminatie. Toch is het argument van de uitingsvrijheid niet het eerste dat in dit verband genoemd zou moeten worden. Op de achtergrond van de weigering om feitelijke uitspraken, welke dan ook, met verbodsbepalingen te omgeven, speelt een bepaalde visie op waarheid waarbij twijfel en tegenspraak essentieel zijn.
De waarheid zal steeds opnieuw gewonnen moeten worden; zij kan nimmer een certificaat van echtheid tonen; zij kan alleen zichzelf bewijzen in een voortgaande dialoog met de werkelijkheid. De waarheid zal in die dialoog vruchtbaar blijken – of niet. In dat laatste geval bewijst zij zich als onwaar: de onwaarheid loopt spaak. Het punt is nu dat wanneer men bepaalde waarheden zo groots acht dat men ze boven de confrontatie met de werkelijkheid verheft, dat men dan het proces van vruchtbaar worden dan wel spaaklopen van de waarheid frustreert.
De Holocaust is meer dan een feit; hij is voor de naoorlogse generaties vooral ook een symbool: een symbool van afschuw, van ‘dit nooit weer’. Maar dit symbool wordt gedragen door een historische werkelijkheid. Menig theoloog zal weigeren de historische Jezus te laten vervluchtigen tot een louter mythische Christus, omdat de zeggingskracht van het Christussymbool gefundeerd is in een werkelijk geleefd leven. Zo moeten we ook de Holocaust niet totaal willen versymboliseren, maar hem vooral ook blijven zien als een feitelijk historisch gebeuren. En om als historisch feit overeind te blijven, moet een feit ontkend mogen worden. Feiten die niet ontkend mogen worden, worden op den duur sacrosanct; zij worden een geloofspunt dat zich nooit en te nimmer onwaar laat maken. Door de mogelijkheid van de ontkenning uit te bannen, versterkt men een feit niet; men verzwakt het juist. Wie de waarheid met juridische middelen wil beschermen, getuigt van gebrek aan vertrouwen in de kracht van de waarheid zelf. Zie het averechtse effect van Balkenendes weerstand tegen een Irak-onderzoek. Of wat te denken van het Turkse verbod om de Armeense genocide juist als zodanig te benoemen? En zou het geen koren op de molen zijn van iedere complotdenker als de Amerikaanse overheid de complottheorieën over de aanslagen van ’11 september’ zou verbieden? In plaats van taboes vraagt het proces van waarheidsvinding om een zekere onverschrokkenheid. We moeten er niet naar toe dat kinderen op school leren te gelóven dat de Holocaust bestaan heeft. Zij moeten leren en leren begrijpen dat dit een waargebeurde geschiedenis is die werkelijk heeft plaatsgevonden in het moderne, verlichte Europa aan het begin van de twintigste eeuw.
Uit: Volzin, 6 maart 2009
Op de datering van de gebeurtenissen valt wel iets aan te merken. De holocaust heeft niet plaatsgehad aan het begin van de 20e eeuw, maar veertig jaar later. Lijkt een detail, maar we kunnen niet zorgvuldig genoeg zijn.