Het vergt heel wat inspanning om uit te zoeken of iemand politiek of economisch vluchteling is. Rechtsfilosoof Edith Brugmans vindt ons huidige vreemdelingenbeleid onhoudbaar en pleit voor een vrij verkeer van personen, ongeacht hun migratiemotieven. Want: “Om onze welvaart vast te houden, zijn wij bereid tot onrechtvaardigheid tegenover anderen.”
Toegang weigeren aan vreemdelingen, is dat een vervelend klusje dat nu eenmaal gedaan moet worden? Zoals er geen kalkoen op tafel komt zonder dat iemand het beest de nek heeft omgedraaid; treurig maar noodzakelijk? “Nee”, oordeelt rechtsfilosoof en Radboudhoogleraar Edith Brugmans (44), “vreemdelingen weren is een uitvloeisel van een fundamentele weeffout in ons rechtsbestel. Een onrechtvaardigheid die de westerse samenleving nog te overwinnen heeft.”
Het mensensmokkel drama in juni van dit jaar, waarbij 58 Chinezen omkwamen in een Nederlandse vrachtwagen, was voor haar de druppel die de emmer deed overlopen: “Open de grenzen”, luidde haar oproep in Filosofiemagazine. Niet strengere controles en sancties op mensensmokkel kunnen het kwaad keren, maar een verandering van onze denkrichting. We moeten af van de rechtsregels die een bepaalde categorie mensen tot illegaal brandmerken. “De rechtsregels wekken de schijn dat het legitiem is dat sommige mensen, wij, aan sommige medemensen, de economische vluchtelingen, in woord en daad te verstaan geven: ‘Jij mag wel leven, maar niet hier.’ Waar halen wij de brutaliteit vandaan?”
‘Streng maar rechtvaardig’, is de slogan waarmee de Nederlandse overheid haar vreemdelingenbeleid verdedigt en dat sluit goed aan bij een steeds breder gedragen Volksempfinden dat Nederland zo onderhand wel vol is. “Smoesjes”, oordeelt Brugmans. Smoesjes die het eigenlijke argument verhullen: wij willen onze rijkdom niet delen. Wij eigenen ons rechten toe die wij anderen onthouden.
Geen last van files, volle treinen, en schuifelende mensenmassa’s in de binnenstad op zaterdagmiddag, om van milieubelasting, krapte op de woningmarkt en wachtlijsten in de gezondheidszorg nog maar niet te spreken?
“Ik herken dat wel, maar trek daar helemaal niet de conclusie uit dat Nederland ineens vol zou zijn. Files hebben ook te maken met onze toegenomen mobiliteit. En je hóeft op zaterdag de stad niet in. Er zijn nog een heleboel plekken in Nederland waar het helemaal niet zo verschrikkelijk vol is en andere plekken op de aardbol, waar nog veel meer mensen bij elkaar wonen dan hier. Wij vinden onze huizen al gauw te krap, omdat iedereen een eigen kamer wil hebben. En als je werkelijk bezorgd bent om het milieu, heeft het geen zin van Nederland een paradijsje te maken. Het milieu is bij uitstek een internationaal vraagstuk. Kortom: dat gevoel ‘Nederland is vol’ is subjectief en cultureel bepaald. Er zijn nu eenmaal meer mensen op de wereld dan honderd jaar geleden.”
Wat is precies uw stellingname als het om de toestroom van vreemdelingen gaat?
“Ik denk dat ons vreemdelingenbeleid onhoudbaar is. We kennen in Nederland een asielprocedure die gemaakt is voor politieke vluchtelingen. Feit is dat vele anderen proberen door die procedure heen te komen. Dat vergt een enorme uitzoekerij: wie is echte vluchteling, wie komt vanuit economische motieven?”
“Je kunt je afvragen of die economische motieven minder goede redenen zijn om een land te ontvluchten. Is de nood die mensen zelf ervaren niet net zo hoog? Ik ga ervan uit dat vreemdelingen hiernaartoe komen, wat hun verhaal verder ook is, met de bedoeling om werk te vinden en een bestaan op te bouwen en dan denk ik: dat mag best. Geef ze gewoon een kans. Open de grenzen.”
De grenzen de wereld uit, te beginnen bij Nederland?
“Het allermooiste is natuurlijk een volstrekt vrije migratie voor iedereen op heel de wereld, maar Nederland zou daar mee kunnen beginnen. Ik pleit niet voor het opheffen van staten. Er zullen altijd staten zijn. Maar het is niet de taak van overheden om te bepalen of mensen wel of niet van de ene naar de andere staat mogen gaan om er te werken of te verblijven. Dat is een vrijheidsrecht van mensen zelf.”
Bestaat er niet zoiets als het recht van een gemeenschap op een eigen grondgebied? Je laat toch ook niet Jan en alleman je huis binnenlopen? Geldt iets dergelijk niet voor een land?
“Dat is nu juist de vraag. Kun je de parallel tussen nationaal grondgebied en privé eigendom wel volhouden? Moet je de overheid zien als een pater familias en ons grondgebied als onze tuin? Ik denk dat dat niet meer opgaat. Een poosje kon dat standhouden, dat negentiende-eeuwse idee van de nationale staat met soevereiniteit op een bepaald grondgebied, met aanwas en afname van de bevolking door vooral geboorte en sterfte. Ik denk dat we dat beeld langzamerhand kwijtraken, of we nu willen of niet. Binnen de Europese Unie is vrij verkeer van personen mogelijk. Wat mij betreft, mag dat voor de hele wereld gelden.”
Heeft de Nederlandse overheid niet een grotere verantwoordelijkheid ten aanzien van de eigen bevolking dan ten aanzien van de mensen die elders op de wereld wonen?
“Dat is zo. Maar hoe ver gaat die verantwoordelijkheid van de overheid? Ik zie dat vooral in de sfeer van voorzieningen treffen. Onze overheid moet hier voor bruggen en spoorwegen zorgen. Dat hoeft ze niet voor de Duitsers in Duitsland te regelen.”
“Bij mijn pleidooi voor vrije migratie past het idee van een afgeslankte staat. Ik zie de taken van staten veel meer volgens het klassieke liberale model: zorg voor veiligheid, handhaving van het strafrecht, infrastructuur, staatsbetrekkingen met andere landen. Dat zijn bij uitstek taken van de overheid.”
“Afslanking van de overheidstaken is nodig omdat je niet alle vreemdelingen kunt toelaten en hen tegelijkertijd dezelfde rechten en voorzieningen verschaffen die wij nu aan politieke vluchtelingen bieden. Je zult de verantwoordelijkheid meer bij de mensen zelf moeten leggen; een groter beroep moeten doen op hun zelfredzaamheid. Er zit een harde kant aan mijn voorstel. ‘Dan staan ze zomaar op straat': mensen noemen dat vaak als de verschrikkelijkste kant van het huidige vreemdelingenbeleid. Ik denk dan: ‘Ja, dan staan ze op straat, dan moeten ze er maar wat van zien te maken.’ Het verschil is dat mensen er in mijn voorstel ook wat van kúnnen maken. Ze kunnen aan het werk gaan. Illegaliteit verdwijnt en werkvergunningen zijn niet nodig.”
Het behoort toch tot de primaire taken van de overheid een bepaald niveau van welvaart en welzijn voor haar burgers te garanderen?
“Over de taken van de overheid moet je opnieuw gaan nadenken. Wij leven in een sociale welvaartsstaat. Een groot goed. Maar die goede zorg, die bij ons via de overheid verloopt, is als reden gaan werken om anderen uit te sluiten. Vreemdelingen, economische vluchtelingen worden geweerd met de onderliggende gedachte: dat kunnen onze sociale zorginstellingen niet dragen. Natuurlijk moet er onderwijs, zorg voor zieken en ouderen georganiseerd worden. Maar moet de overheid dat per se doen en geeft die plicht tot zorg en sociale zekerheid ons ook het recht om tegen anderen te zeggen: ‘Wegwezen’?”
U bent hoogleraar ‘wijsbegeerte in relatie tot de katholieke levensbeschouwing’ vanwege de Radboudstichting. Voedt dat uw pleidooi?
“Het katholieke geloof heeft een universele pretentie. Het heeft zich nooit gebonden gevoeld aan één natie, of aan de staatsgrenzen zoals wij die nu kennen. Dat versterkt de idee van mondiale solidariteit, een belangrijk uitgangspunt. Net als aandacht voor de zwakkere, de vreemdeling, los van de vraag wie dat is.”
“Bij een bezinning op de taak van de overheid biedt de katholieke sociale leer een interessant idee: leg verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau binnen de samenleving. Dit subsidiariteitsbeginsel sluit goed aan op mijn pleidooi voor meer vrijheid, zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid van de burgers. Ik zie graag een actieve laag tussen de privé sfeer en de overheid in; het maatschappelijk middenveld heette dat vroeger. Maar ook brieven van de paus over de vreemdeling die je niet zomaar mag wegsturen, waar je voor moet zorgen komen met mijn visie overeen.”
Aan hoeveel vluchtelingen denkt u eigenlijk als uw voorstel geëffectueerd wordt? Een paar miljoen?
“Ik heb geen flauw idee. Ik weet niet of dat direct om miljoenen gaat. De verwachtingen van vreemdelingen worden natuurlijk ook bijgesteld. Wie nu een verblijfsstatus heeft, kan aanspraak maken op een groot aantal sociale zekerheden. Maar die verwachting is er dan niet meer.”
Nederland als de krottenwijk van Europa? Bent u niet bang voor verpaupering van de samenleving?
“Dat is natuurlijk het schrikbeeld. Ik zie dat nog niet zo snel gebeuren. De samenleving zal een stroom van relatief armen te verwerken krijgen. Daar moet je van uitgaan. Van de andere kant denk ik: verpaupering is er nu ook al. Niet bij ons, maar er zijn miljoenen armen op de wereld.”
Het maakt u niet uit of de ellende hier is of elders in de wereld?
“Voor ons maakt dat natuurlijk heel wat uit. Het is prettig om het zo goed en comfortabel te hebben. Het is echter niet reëel om daaraan vast te willen houden in het licht van wat er in de wereld gaande is. Om onze welvaart vast te houden, zijn wij bereid tot onrechtvaardigheid tegenover anderen.”
U redeneert vanuit principes als rechtvaardigheid en vrijheid, niet vanuit de mogelijke gevolgen in de realiteit. Loopt u niet het risico vanuit goede principes feitelijk voor het grotere kwaad te kiezen: ontwrichting van de samenleving?
“Denken over principes is mijn taak. Ik ben filosoof, geen politicus. Ik moet me natuurlijk rekenschap geven van wat mijn principes in concreto betekenen. Ik kan geen onzin vertellen. Maar ik denk dat mijn principes op de lange termijn beter te handhaven zijn dan wat we nu hebben.”
“Als Nederland als enige land in Europa met vrije migratie zou beginnen, krijg je natuurlijk problemen. Dat zie ik ook wel. Ik weet niet precies wat de gevolgen zijn. Wat ik wel zeker weet, is dat aan onze welvaart een enorme prijs vastzit voor de vreemdeling. Bij open grenzen kun je verwachten dat de welvaart zal dalen. De vraag is of dat nu de factor is waardoor een samenleving ontwricht.”
Nu melden zich jaarlijks 45.000 asielzoekers. Directe kosten: 3,4 miljard gulden. Van de asielzoekers die in de jaren negentig een verblijfsvergunning kregen, is een groot deel nog steeds aangewezen op een uitkering, hun kinderen haken eerder af op school, er is taalachterstand; de gevangenissen worden voor meer dan de helft bevolkt door buitenlanders en allochtone Nederlanders. Sommigen spreken nu al van een multicultureel drama.
“In mijn voorstel kunnen de kosten alvast omlaag, want je hebt al geen ambtenaren meer nodig voor al die procedures. En er zal ook veel minder opvang zijn. Mensen moeten zich veel meer zelf zien te redden. Je zult gemeenschappen krijgen waarbinnen men in de privé sfeer geen Nederlands praat, maar een andere taal. Maar waarom is dat zo’n ramp, voor wie is dat zo erg? Als mensen de taal maar voldoende beheersen voor het publieke leven. Zeker, de Nederlandse identiteit zal veranderen; de identiteit van een gemeenschap is nou eenmaal geen onveranderlijk gegeven. Ik zeg niet dat we al onze westerse waarden moeten prijsgeven; onze vrijheidsrechten wil ik niet kwijt. En criminaliteit; ik weet niet zo precies wat daar nu allemaal oorzaak en gevolg is. Daarop zou ik zeggen: het is niet de bedoeling dat we het strafrecht opheffen.”
“De wereld zal met mijn voorstel niet perfect worden. Maar dat is ze nu ook niet. Er zullen zeker problemen op ons afkomen. Ik heb geen plan waardoor iedereen in de wereld gelukkig en welvarend wordt. Dat wil ik ook niet hebben. Een dichtgetimmerd plan krijgt totalitaire trekjes.”
Hoe wilt u bereiken dat uw voorstel ingang vindt?
“Wat ik in eerste instantie zou willen zien is dat er meer gepraat en gedacht wordt vanuit welke uitgangspunten wij tegen migratie en het vreemdelingenbeleid aankijken. Bezinning over fundamentele begrippen als rechtvaardigheid, solidariteit en de onderscheiden verantwoordelijkheden van burgers en overheden. ”
“Blijft Fort Europa het enige wat wij kunnen verzinnen? Zonder migratie zou Europa vergrijzen en de bevolking afnemen. Ook dat zijn feiten. Daarom worden nu IT’ers uit Oost Europa en verpleegsters uit de Filippijnen naar Nederland gehaald, onder voorwaarde dat ze na drie jaar weer vertrekken. Kan dat zomaar?”
“Twee dingen, vind ik, moeten onmiddellijk stoppen: de uitzettingspraktijk waarbij geweld wordt gebruikt en de opsluiting in gevangenissen van mensen die wachten op uitzetting. Dat soort praktijken moet je als beschaafd land gewoonweg niet willen.”
Bron: De Bazuin, 2001