“Hét belijden bestaat niet”, meldde Corrie Jacobs, beleidssecretaris van de VVP, ‘beweging voor eigentijds geloven’, vorige week in Trouw. Aan de orde was de gestaakte kerkelijke tuchtprocedure tegen dominee Klaas Hendrikse, die beweert dat God niet bestaat, maar gebeurt. ‘Moet kunnen’, oordeelde de regionale kerkbestuurders uit het Zeeuwse Zierikzee over die visie: Hendrikse handelt niet in strijd met het belijden van de kerk. Anderen, zoals leden van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, zijn het daar hartgrondig mee oneens. Volgens hen heeft de atheïstische dominee wel degelijk een grens overschreden. Wat intrigeert aan de positie van de VVP bij monde van Corrie Jacobs is dat zij noch het ene noch het andere standpunt bijvalt, maar simpelweg verklaart dat er geen standpunt betrokken hoeft te worden. Alle belijden is oké, er is geen grens, dus kan er ook geen grens worden overschreden. Discussie klaar! Jacobs is niet de enige die zo redeneert. Over van alles en nog wat is de laatste jaren betoogd dat het niet bestaat: dé islam, dé Nederlander, dé vrouw, dé mens, dé waarheid; over dat alles zouden we maar beter niet meer spreken. De eenheid bestaat niet. Leve de diversiteit. Het probleem aan deze manier van denken is dat zo een bepaalde werkelijkheid terzijde wordt geschoven, dat we zo afstand nemen van een typisch menselijke expressiemogelijkheid, namelijk om de dingen naar hun wezen te bevragen. Wat is wezenlijk aan de islam? Wat is het wezen van de mens? Wat maakt een kerk precies tot een protestantse kerk?
Het wezen der dingen
Nu is vragen naar het wezen der dingen niet erg populair in het hedendaagse postmoderne denkklimaat. Een dergelijk vragen wordt al gauw als totalitair van de hand gewezen. Wie bijvoorbeeld over dé islam spreekt, lijkt aan de vele verschijningsvormen voorbij te gaan. Er bestaan binnen één religie enorme verschillen naar tijd en plaats en ook ideologische posities lopen ver uiteen. Spreken over dé islam verdoezelt die verschillen en pint concrete individuen vast op starre denkbeelden waarin betrokkenen zichzelf niet meer herkennen. Akkoord: identiteiten zijn vloeiender en veranderlijker dan vaak is gedacht. Essenties hebben plaatsgemaakt voor een meer dynamische, procesmatige kijk op de werkelijkheid. En zo is het ook duidelijk dat heilige teksten of belijdenisgeschriften een veelheid aan interpretaties toelaten en dat geen enkele interpretatie als de enig zaligmakende kan gelden. Maar wil dat alles nu zeggen dat we helemaal niet meer in zijn algemeenheid over de islam, de waarheid, de mens of het belijden van een kerk zouden kunnen spreken? Als twee moslims vaststellen dat zij hemelsbreed van elkaar verschillen, dan neemt dat nog niet weg dat zij beiden moslim zijn. Waar wijst dat op? Of met een voorbeeld van filosofe Patricia de Martelaere: het is best mogelijk dat sommige honden meer lijken op een kat dan sommige katten op hun soortgenoten, maar verdwijnt daarmee het onderscheid tussen honden en katten? Wijst de niet aflatende behoefte om bijbelteksten steeds weer opnieuw te interpreteren er niet op dat er ‘iets’ op het spel staat en dat iedere interpretatie dat ‘iets’ te respecteren heeft?
Zaak van het geloof
De onlangs overleden theoloog Edward Schillebeeckx sprak in dit verband over ‘de zaak van het geloof’. Die zaak is nooit helemaal in woorden te vatten en zeker niet voor eens en altijd in welgekozen formules vast te leggen. De zaak van het geloof komt altijd in een tijd- en plaatsgebonden gestalte tot ons. In het tijdelijke en variabele toont zich het eeuwige en constante. Juist het engagement in de zoektocht naar dat onvatbare ene in de steeds weer wisselende omstandigheden maakt gelovigen tot wat ze zijn en smeedt individuen tot een gemeenschap aaneen. Het heeft geen zin om dat ene, de zaak van het geloof, te willen fixeren in één vorm. Maar het is evenmin verstandig om op grond van de alsmaar wisselende vormen de eenheid van de zaak te willen ontkennen.
Evenwicht
Wat dit type denken aantrekkelijk maakt, is dat het een zeker evenwicht vertoont. Zowel het vele als het ene krijgt er zijn plaats, zowel het tijdelijke als het eeuwige, het relatieve evengoed als het absolute, het bijzondere én het algemene. In vergelijking daarmee moet het type denken dat alleen maar oog heeft voor de veelheid, de diversiteit, het individueel wisselvallige gezien worden als een onevenwichtigheid. De vrijzinnige VVP geeft daarvan een mooie illustratie. Omdat hét belijden niet bestaat, zal de VVP de leiding van de Protestantse Kerk vragen om de bepaling ‘de kerk weert alles wat haar belijden weerspreekt’ uit het kerkelijk wetboek te schrappen, aldus Corrie Jacobs. Een dergelijk verzoek staat gelijk aan de deur opzetten voor de relativering van het eigene van hét protestantse geloof. En bovenal: het is de doodsteek voor iedere kritische discussie daaromtrent.
Uit: Volzin, 19 februari 2010