Absurdistisch toneel met een boodschap

Theaterproductie ‘Small World’ van toneelgroep Boogaerdt en Van der Sloot

Scène uit Small World.

Scène uit Small World.

“Leuk is niet leuk” staat te lezen op een bordje omhoog gehouden door een Walt Disneyfiguurtje. We zijn halverwege de theatervoorstelling ‘Small World’ van de toneelgroep Boogaerdt en Van der Sloot.

Als je onbevangen en zonder veel voorkennis tussen het publiek bent terechtgekomen, duurt het even voordat het kwartje valt. Aanvankelijk lijkt de voorstelling pure chaos, absurdistisch toneel. Enkel beeld, beweging, emotie, geen verhaal, nauwelijks tekst, grillig, associatief. Het podium is bezaaid met willekeurig lijkende troep: gekleurd plastic speelgoed, een dixi wc-hokje, dranghekken. De acteurs dragen maskers; er klinkt een snoeiharde beat. Hooliganachtige types scanderen. “Wáár is dat feestje? Híer is dat feestje!” De ruimte vult zich met een vervreemdende project-x-achtige sfeer.

Even denk ik. Is dit de moderne cultuur? Is dit kunst vandaag? Ik voel me unheimisch, maar het publiek om mij heen lacht en schijnt zich te amuseren. Ik moet denken aan het typetje van Wim Sonneveld: ‘Ik word te oud voor die rotzooi’. (Ja, van die generatie dus.)

Maar gaandeweg de voorstelling krijgt het chaotisch absurdisme geleidelijk aan structuur en vallen de dingen op hun plaats. Sterker nog: de pure emotie, beweging en non-verbaliteit monden uit in een bijna filosofische monoloog met een morele ondertoon. Ik ben weer helemaal thuis.

Er blijkt orde in de gekte: wat we zien is een zelfgemaakte pretmachine die de absurditeit van onze spektakelmaatschappij verbeeldt. We tuimelen associatief van het ene ‘vermaak’ in het andere. Van project-x in een gokhal die naadloos overgaat in een Eftelingtafereel. We zien kinderlijk vermaak tot in extreme infantiliteit uitvergroot. Vakkundig wordt geciteerd uit de amusementscultuur, van feelgoodmovie tot een alles neermaaiende mitrailleurscène die bijna aanstootgevend overkomt tegen de achtergrond van recente Amerikaanse moordpartijen. Maar we zijn al weer bij Sneeuwwitje omgeven door obscene dwergen. Micky Mouse zwaait.

Walt Disney blijkt de clou van de voorstelling. In de slotscène verschijnt de oude meester van de tekenfilm in een droom. Naast bewondering krijgt de creatieve kindervriend de wind van voren. Zijn fantasiewereld geeft valse hoop, infantiliseert, ontdoet de werkelijkheid van alles wat lelijk en afstotelijk is. En daarmee houdt Walt Disney ons af van een realistische en authentieke omgang met het leven. In Disneyland komen we geen grote hoop stront tegen, waar je in een achtbaan omheen en onderdoor zou kunnen gaan.

In de droom is old Walt naakt, met een dikke buik, een klein geslachtsdeel en witte vlekjes op de huid. “Maar dat vindt ik niet erg”, aldus de monoloog, “omdat ik het belangrijk vind om dat niet erg te vinden.” De impliciet blijvende verbeelding slaat om in een expliciete, serieuze boodschap: verhoud je tot het leven zoals het is; zie de onaangenaamheden recht in het gezicht; accepteer de situatie in zijn volheid en kom daarmee in het reine.

Toneelgroep BvdS stelt zich kwetsbaar op door zoveel lelijkheid toe te laten, door het publiek in eerste instantie te confronteren met een amateuristisch ogend decor en een chaotisch lijkende presentatie. Het is allemaal veel professioneler en doordachter dan op het eerste gezicht lijkt. Vooral de beweging, mime en timing zijn van een perfectie die ieder amateurisme ver achter zich laat. Knap en, ja, zinnig.

Speeldata t/m 16-2-2013.

Info: bvds.nu

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>