Bruno Paul De Roeck is bekend van gestalttherapeutische bestsellers uit de jaren zeventig en tachtig, zoals Gras onder mijn voeten en Recepten om in de puree te raken. Later publiceerde de Vlaming De Roeck een autobiografisch werk over zijn ervaringen als priester en kloosterling en hoe hij afscheid nam van die voor hem benauwende wereld. De laatste jaren legde hij zich toe op kunst en het schrijven van spiritueel georiënteerde boeken. In die lijn past zijn laatste publicatie Ongewone medicijnen voor tevredenheid, dat zich net als al zijn werk kenmerkt door een heldere, nuchtere, geestige en aardse stijl. Als gestalttherapeut waarschuwde De Roeck al voor theoretiseren waarbij je alles begrijpt, zonder ooit zelf gegrepen te worden. Dat elementaire, levens- en ervaringsnabije is ook de kracht van zijn jongste boek. “Ik wroet in de modder van de dingen / en ben bezeten door het transcendente. / Een soort mystiek varken?”, zo luidt het motto van een hoofdstuk over verlichting, dat vervolgens begint met de zin: “Als ik achter in de tuin sta te plassen, vraag ik mij altijd af: wat doe ik op de wereld?” Op zoek naar antwoord op die vraag stelt de inmiddels tachtigjarige De Roeck zich een andere vraag: op welke momenten was ik echt gelukkig? Hij stelt vast: geluk overkomt je, maar tegelijk veronderstelt het daden en bovenal een bepaalde instelling, een bepaalde kijk op jezelf en de wereld. Dat is de rode draad in de dertig korte hoofdstukjes van zijn boek. Het bevat persoonlijke wijsheden, anekdotes en waarnemingen gelardeerd met citaten uit literatuur, filosofie en mystiek.
We zijn deel van een groter geheel, stelt De Roeck en hij noemt dat een heilige verbinding die “even ‘echt’ is als de tastbare, zichtbare snipperkant van de dingen”. Laagvliegende zwaluwen, een slapend kind, het pruttelen van een stoofpotje, de slobberende onderlip van een paard in de wei, halfvergane luiken van een onbewoond huis. “Ontelbare, vlakbij-dingen vertellen mij dat ik midden in een oneindig geheim woon.” Over de dood: de eindigheid is onze unieke kans, omdat ze ons verbindt met de aparte schoonheid van het broze en breekbare bestaan. Maar zo weet ook De Roeck: tegelijk is die hang aan dat broze bestaan bron van angst en melancholie. “Zo graag had ik nog een keer mijn ouwe knoken gesleept naar de zon en de zomer en naar een nieuwe dag en naar de lente”, zegt hij Brel citerend. Wat is hier het medicijn? De Roeck laat zich gezeggen door de wijsheid van Oost en West: we kunnen leren te kiezen voor hét leven in plaats van voor ‘mijn’ persoonlijke leventje. Daarom krijgt ook een ouderwets woord als onthechting een plaats in zijn medicijnenkastje. “Feitelijk betekent het: ervoor zorgen dat je nergens aan vastplakt. Zodat je vrij kan bewegen, vrij kan denken en voelen.” De tevredenheid van De Roeck is niet zonder rebellie. “Braaf is saai en vervelend.” Hij pleit voor “Niet in het rijtje lopen. Trots de eigen weg zoeken en gaan.” Hij wil schrijven over ‘bedenkelijke dingen’. “Het bedenkelijke is iets wat te denken geeft en de gemoedsrust kan verstoren.”
Bruno Paul de Roeck, Ongewone medicijnen voor tevredenheid,
Van Gennep, 2010, 179 blz., € 14,95.
Uit: Volzin, 29 oktober 2010